Wij helpen je graag verder! +31 492386063

Bescheidenheid

12 augustus 2013, gepubliceerd door Dirk Boersma

Bescheidenheid en behulpzaamheid kunnen tot prachtige resultaten leiden

Ontmoetingen
Mijn vakantie zit erop. Het was geen spectaculaire vakantie. Het hoogste punt door mij bereikt in deze vakantie was 322,7 meter boven N.A.P.: het drielandenpunt in Vaals. Maar het was mooi weer en er was tijd om te wandelen, te lezen en gewoon niks te doen. Bij wat vroeger “De Slegte” heette, de winkel voor goedkope boeken, kwam ik het boek Indische Avonturen van J.van Goor tegen. De ondertitel luidt: “Opmerkelijke ontmoetingen met een andere wereld”. De titel en de ondertitel intrigeerden mij en ik heb het boek met veel plezier gelezen. Het boek geeft je een kijkje in successen en mislukkingen gedurende 400 jaar van de Nederlandse koloniale geschiedenis en het is opmerkelijk hoe actueel de lessen in leiderschap, die je uit dit boek kunt halen, nog zijn.
J. van Goor die in 2004 afscheid nam als hoofddocent in de koloniale geschiedenis aan de universiteit van Utrecht. In zijn boek komen mensen naar voren, die iets wilden bereiken en hij laat zien hoe het kwam dat zij daarin slaagden of juist jammerlijk faalden.
Een opmerkelijk verhaal is het verhaal over de eerste Europeaan, die erin slaagde het eiland Borneo (tegenwoordig Kalimantan) van west naar oost te doorkruisen. Het verhaal speelt zich af in de 19e eeuw, de eeuw van de grote ontdekkingsreizen. De eeuw van Livingstone en Stanley, die op stap zijn in donker Afrika.

Koppensnellen
Van Goor vertelt het verhaal van Anton Willem Nieuwenhuis. Nieuwenhuis was een arts, die aan het eind van de 19e eeuw in het gezelschap van professor Molengraaff meegaat om de tocht dwars door Kalimantan te maken. De expeditie van professor Molengraaff moet worden afgebroken wegens de vijandige houding van Dajakstammen. Ondanks de militaire bescherming van de expeditie van Molengraaff wordt de expeditie geen succes. Een eerdere expeditie van de Majoor George  Müller liep ook al verkeerd af. Van zijn gezelschap keerde niemand terug, alle hoofden van zijn gezelschap werden gesneld. De schrik zat er daarom goed in.

Taal leren
Nieuwenhuis blijft na het afbreken van de expeditie van Molengraaff hangen in een familiehuis van een Dajakstam. De Dajakmensen zijn de oorspronkelijke bewoners van Borneo. Nieuwenhuis leert er de taal en sluit vriendschap met een hoofdman. Samen met deze hoofdman en mensen van diens stam besluit hij vervolgens opnieuw de tocht temaken. Ditmaal zonder militairen en zonder machtsvertoon. Slechts twee andere Nederlanders gaan mee, een fotograaf en een landmeter. Er is sprake van een beperkt aantal wapens. Wel is er een uitstekende relatie met de Dajakmensen die meegaan met deze tocht en anderhalf jaar na het vertrek komt de expeditie ongeschonden aan op de plaats van haar bestemming, de oostkust van Borneo. Niet alleen ongeschonden maar bovendien met een schat aan kennis over Borneo, over de mensen, de planten, de dieren en de gesteldheid van de bodem. Ook weet Nieuwenhuis te bereiken dat er vormen van samenwerking worden gezocht tussen Dajakstammen onderling, tussen de Dajakstammen in het binnenland en de stammen aan de kust. En ook ontstaat er een meer structurele samenwerking met het Nederlands gezag.

Gelijkwaardigheid
Van Goor beschrijft in zijn boek hoe Nieuwenhuis deze prachtige en onverwachte resultaten behaalde. Hij heeft dat te danken aan zijn bescheidenheid en zijn behulpzaamheid. Hij stelde zich altijd discreet op. Ging niet op eigen houtje zich ergens mee bemoeien, hij stak zijn neus niet in andermans zaken. Toen zijn Dajakvrienden de eis stelden dat er geen soldaten meemochten op de reis liet hij de soldaten thuis.
Opmerkelijk is om te lezen hoe verrast Nieuwenhuis was over de Dajakmensen, regelmatig schrijft hij in zijn verslagen over wat ze allemaal kunnen, hoe vaardig ze zijn. Niet alleen fysiek maar ook in hun strategisch denken en politieke handelen. Hij laat tijdens de expeditie ook ruimte voor de doelen die deze Dajakmensen willen bereiken. Gedurende de tocht sluit hij ook vriendschap met andere Dajakhoofden, die in Nieuwenhuis een intermediair zien om gunstige posities op te bouwen in hun relaties met andere stammen en de Nederlanders. Nieuwenhuis is daar coöperatief in en de gezamenlijke inspanningen van Nieuwenhuis en deze Dajakhoofden leidden tot een sterke afname van het koppensnellen. Van Goor sluit zijn verhaal over Nieuwenhuis af met de zin:”Het is Nieuwenhuis verdienste dat hij hen als gelijkwaardige tochtgenoten heeft geaccepteerd en hun adviezen serieus heeft genomen.” Wat zou er gebeuren als wij dat in onze organisaties ook eens zouden doen. Of als we in het openbaar bestuur ook eens voor deze opstelling zouden kiezen.
Als wij dat doen kunnen we ons ook laten verassen door de talenten, de competenties en de kwaliteiten van de mensen met wie we elke dag te maken hebben.

Stel je vraag via ons contactformulier

Neem contact met ons op!
Voor al je vragen kun je bellen met

+31 492386063